Hoe installeer ik Wallguide gevelbegroeiingssystemen?
Wat zijn de voordelen van gevelbegroeiing?
In onze verstedelijkte omgeving is er steeds meer aandacht voor klimaat en klimaatsverandering. Thema’s als stijgende temperaturen en dalende biodiversiteit zijn en worden steeds belangrijker. Helaas is er in binnensteden vaak weinig ruimte voor groen.
Door het aanleggen van een gevelbegroeiingsysteem kan hier wat aangedaan worden.
Gevelbegroeiing heeft vele voordelen. Het draagt o.a. bij aan een aangenamere leefomgeving en het zorgt voor een grotere diversiteit in flora en fauna. Daarnaast heeft het een verkoelende werking, doordat de planten vocht verdampen. Zo zorgt het dus voor een lagere omgevingstemperatuur.
Wallguide gevelbegroeiingssystemen zijn perfect geschikt om kale gevels bij klanten te laten veranderen in een groene oase. Het plaatsen lijkt misschien lastig, maar is makkelijker dan je denkt. Het systeem kan bovendien zowel indoor, als outdoor gebruikt worden.
Hoe installeer ik Wallguide gevelbegroeiingssystemen?
Bij het Wallguide gevelbegroeiingssysteem is er keuze uit een aantal basissets.
De keuze van het type set is afhankelijk kan afhangen van het budget, maar ook van het type beplanting. Dat laatste bepaald mede overigens ook of je nog aanvullende onderdelen nodig hebt, maar daarover later meer. Het type muur bepaalt weer hoe je de stokschroef het best verankerd. Bij een gemetselde muur volstaat een plug, maar bij een betonnen muur gebruik je een chemisch anker. Bij een lichte onderconstructie, zoals bijvoorbeeld hout of gevelisolatie, wordt vaak gekozen voor de Wallguide AluGreen Medium.
Aan de hand van onderstaande afbeelding worden de verschillende stappen uitgelegd.
Stap 1: Bepaal allereerst de positie van de houders. De eerste houder wordt circa 20 tot 40 cm boven het maaiveld geplaatst. Plaats de onderlinge houders verticaal niet verder dan circa 160 cm uit elkaar. Komen er meerdere verticale draden, plaats deze dan ongeveer 30 tot 60 cm uit elkaar. De tussenafstand is natuurlijk ook afhankelijk van de gewenste dichtheid van de gevelbegroening.
Stap 2: Boor de gaten voor de stokschroeven en plaatst deze. Bij een baksteen muur gebruik je een plug, maar bij een betonnen muur dien je een chemisch anker te gebruiken. Plaats de rozet over de stokschroef en draai de afstandhouder erop.
Stap 3: Monteer de draadterminal aan de RVS kabel, laat de kabel door de bovenste afstandhouder naar beneden zakken en geleid deze door de andere afstandhouders naar beneden. Bij Stap 4 staat een gedetaileerde uitleg over de draadterminal.
Stap 3*: Maak je tussen de afstandhouders ook gebruik van aluminium klimsportjes schuif deze dan ook op de gewenste plek op de draad, maar zet ze nog niet vast.
Stap 3a: Moeten er ook kruisende draden komen, doe dit dan als volgt: Bij de Wallguide AluGreen Medium moeten de draden dan door de gaten die het dichtst bij elkaar zitten. Alleen zo kruisen de draden zich bij een gat en niet in het midden van de houder. Alleen zo klemt de imbus-schroef de kabels goed.
Bij de Wallguide RVS Solid en RVS Basic gaat vanzelfsprekend de horizontale draad door het horizontale gat en de verticale door het verticale gat. Uiteraard is het ook mogelijk om de draden diagonaal te laten lopen.
Stap 3b: Is de verticale lengte langer dan 7 meter zet dan de draad bovenaan niet met een draadterminal vast, maar plaatst 20 cm boven de bovenste houder een oogmoer in de muur en zet de draad vast met behulp van een RVS klemring. Zo wordt de kracht die op het systeem komt te staan beter verdeeld.
Stap 4: Knip de kabel onderaan op maat, dit kan eenvoudig met de Felco C7 kabelschaar. Monteer vervolgens de draadterminal. Steek de draadeind door de onderste afstandhouder en zet deze met de bijbehorende bout vast. Controleer met enige regelmaat de spanning op de draad.
Stap 5: Zet indien nodig, de aluminium klimsportjes vast of klem de kunststof klimsportjes op de gewenste plek. Bescherm open draadeinden met een afdekdopje.
Welke klimplanten zijn geschikt voor gevelbegroeiingssystemen?
In principe zijn alle soorten klimplanten geschikt voor het Wallguide gevelbegroeiingssysteem. Soorten die zelf winden, zoals Lonicera en Wisteria hebben in principe voldoende aan alleen verticale draden, maar maasvormig kan natuurlijk ook. De soorten die zich vastzetten met ranken of hechtwortels, zoals Clematis, Vitis en Parthenocissus zijn gebaat bij een maasvormig netwerk. Dus met horizontale en verticale draden, of de draden diagonaal op de muur plaatsen. Andere soorten zoals klimrozen hebben ondersteuning nodig om omhoog te klimmen. Bij deze soorten dien je gebruikt te maken van kunststof of aluminium klimsportjes, zodat ze zich vast kunnen zetten. Maar ook bij deze soorten kan met een maasvormige structuur gewerkt worden.